Eeuwigheidszondag
Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar (de laatste zondag voor de start van de Advents periode) herdenken we gemeenteleden die het afgelopen jaar zijn overleden. Ter nagedachtenis aan hen heeft zr. Annemieke Mulder een tafelschikking gemaakt voor de dienst op 21 november met de volgende uitleg:
Onder de schikking ligt een zwart doek als teken van rouw en verdriet. Dorre bladeren, als teken van vergankelijkheid.
Aan de linkerkant zien we een verwijzing naar de vijf gemeenteleden, die we het afgelopen jaar los moesten laten: Vijf stammen, als afgesneden van het leven.
Zoals in één van de gedichten van Vasalis staat geschreven:
“Zoveel soorten van verdriet,>
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgesneden zijn. (…) ”
De preek deze zondagmorgen gaat over het dochtertje van Jaïrus. (Luc. 8:40-56) De liggende rode roos verwijst hier naar.
De groene boog met de altijd groene hedera verbindt de donkere linkerkant met de lichte rechterkant en staat voor de belofte en trouw van God.
Rechts wordt Gods aanwezigheid gesymboliseerd door de witte lelies. De witte roos stelt het opgewekte dochtertje van Jaïrus voor. Witte doeken rond dit alles.
Wit symboliseert het licht, de opstanding en de troostende liefde van Jezus die zei:
“Ik ben het Licht der wereld”m> en “ Ik ben de Opstanding en het Leven,
al wie in Mij gelooft zal leven ook al is hij gestorven”
Rechts zie je ook vijf takken met dikke knoppen. Zij dragen de belofte van een nieuw begin, van het eeuwige leven.
Het handvormige blad verwijst naar Gods hand, die ons draagt, ook in het grootste verdriet. Hun namen, geschreven op het blad, maar in Zijn hand gegrift!